26 juni 2016

Puur

Terwijl we zitten te eten klatert buiten de regen met bakken uit de hemel. Een blik naar buiten vertelt me dat het opruimen van het buitenspeelgoed vandaag niet zo goed gelukt is. Naast veel ander speelgoed ligt een step in de regen heel veel water op te vangen.

Ik kan het niet laten er iets van te zeggen en mopper wat over regen en roest en zo. Over dat ik dat wel vaker heb gezegd. En dan klinkt er naast me een lief, helder stemmetje. "Ik heb dat gedaan." Ik smelt. Het kleutermeisje naast me gaat verder. "Ik had gestept en toen ging ik naar binnen en toen ben ik vergeten om de step in de schuur te zetten."

Haar eerlijkheid laat mijn irritatie als sneeuw voor de zon verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt een warm gevoel van liefde voor dit meisje en haar puurheid. Ze houdt me ook een spiegel voor. Ik zou haar niet snel nadoen als ik word geconfronteerd met een foutje. Waarschijnlijker is dat ik me in plaats daarvan schuldig zou voelen, de boosheid van de ander over me heen zou laten komen en me zou gaan verdedigen. En toegeven dat ik fout zat? Nee, niet zo snel. Ik zou dus boosheid laten groeien in plaats van laten smelten. Niet bewust, maar toch. Mijn dochter laat me op haar pure manier zien hoe je door een fout toe te geven de angel uit de situatie haalt. Niet bewust, maar toch.

Ondertussen ligt die step nog steeds in de regen. Het is ineens niet zo erg meer.

17 april 2016

Laaiend

Ze staat te bellen. In haar ene hand haar mobieltje, in haar andere een sigaret. Daartussen puilt een dikke buik uit. Zwanger. Ik kijk nog even goed. Ik vergis me niet, tenzij haar buik een bewijs is van zeer ongezonde leefstijl of een ziekte. Ik ga er vanuit dat deze vrouw zwanger is, maar als zij het niet is dan zijn er genoeg anderen die dat wel zijn en ook niet van die peuk kunnen afblijven. In elk geval is deze vrouw voor mij een trigger voor een diep gevoel van ongeloof en vooral woede.

Dat roken tijdens een zwangerschap grote risico's met zich meebrengt lijkt me inmiddels wijd en zijd bekend. Maar hier een link, daar staan deze risico's nog eens duidelijk op een rij. Vrouwen die niet stoppen met roken, stellen hun kindje dus bloot aan ernstige risico's. En dát maakt me woedend. Volgens mij is dat een goede woede. Daarom blog ik erover.

Als ik deze kwestie even zwart-wit stel: niet stoppen met roken tijdens de zwangerschap is een vorm van kindermishandeling. Want als ik mijn kind moedwillig blootstel aan schadelijke stoffen, ervoor zorg dat hij onvoldoende zuurstof kan opnemen, hem blootstel aan risico's die tot blijvend letsel of de dood kunnen leiden, ben ik behoorlijk strafbaar bezig. Maar alleen omdat een kind het levenslicht nog niet gezien heeft, heeft het ook geen recht op bescherming hiertegen? Terwijl de basis van zijn ontwikkeling gelegd wordt, het zelfs in de meest kwetsbare fase van zijn leven zit? Hoe bestaat het?!

We zijn in Nederland druk met preventie van problemen. Want er is niet genoeg geld voor de gezondheidzorg (tja, in Nederland draait er veel om geld). Er zijn ook teveel kinderen met gedragsproblemen en leerproblemen, een aantal dat moet worden teruggedrongen. Dus.

Mijn voorstel: pak het roken tijdens de zwangerschap veel strenger aan. Hoe? Beloon moeders (en vergeet de vaders niet, meeroken is ook schadelijk) die voor de gezondheid van hun kindje kiezen en stoppen met roken of dat al niet deden. Ik weet niet of dit werkt, het werkt in elk geval beter dan straffen. Maar in het belang van de ongeboren kinderen: er moet iets gebeuren dat verder gaat dan voorlichting.

Er is natuurlijk een rigoureuzere oplossing. De fik in de tabaksindustrie. Kan het voor één keer goed roken.

15 maart 2016

Liefde voor later

Jij met je blauwe haren. Ik observeer je, zonder dat je het merkt. Je blauwe haren geven de indruk dat je je wilt afzetten tegen wat 'normaal' is. De blik in je ogen past daar niet bij. Ik zie verdriet. Ik zie onzekerheid. Waar komt het vandaan? Wie was je, voordat het verdriet zich in je nestelde?

En jij met je zelfverzekerde tred. Al bellend loop je me voorbij. Het geluid van je hakken klinkt nog lang na. Ik zie een zekere hardheid in je blik. Een hardheid die er niet hoort te zijn. Wat heeft die hardheid veroorzaakt? Of misschien moet ik vragen: wie heeft die hardheid veroorzaakt? Wie was je, toen je nog zacht uit je ogen keek?

En jij, kleine jongen, op duizenden kilometers afstand. Beelden van jou gaan de wereld over. Je hebt een geweer in je handen. Je blik is leeg. En met die lege blik in je ogen vertel je wat je geleerd is. Over de ongelovigen die vermoord moeten worden. Je bent nog zo jong. Nog niet zo heel lang geleden keek je moeder je in de ogen en werd ze vervuld met liefde. Omdat jij naar haar keek, in volle afhankelijkheid. Met een blik die gevuld had moeten worden met liefde.

Ik kijk naar mijn kinderen. Ik kan ze niet beschermen tegen de pijn die ze ongetwijfeld te wachten staat. Ik kan ze niet beschermen tegen harde woorden. Ik kan ze niet beschermen tegen negatieve ervaringen. Ik kan ze wel liefde geven. Zoveel als binnen mijn mogelijkheden ligt. En ik kan alleen maar hopen dat, als ze groot zijn, die liefde in hun ogen zichtbaar is en blijft.

Dat is waar kinderen recht op hebben. Op heel veel liefde. Laten we als 'grote mensen' de kinderen om ons heen ermee volstoppen. Zodat blikken vol verdriet, hardheid, leegheid gevuld worden met liefde. En zij op hun beurt de kinderen van de volgende generatie kunnen volstoppen met liefde.

7 februari 2016

Vuilnisman

Piep...piep...piep... Jongste zoon komt naar me toegestormd: "De vuilniswagen, mama!" Het zijn inderdaad de eerste geluidjes van de vuilniswagen die eerst achteruit de straat in rijdt. Het duurt nog wel even voor hij bij ons zal zijn, maar zoonlief heeft het geduld niet om daar op te wachten. Naar buiten wil hij. Want de vuilniswagen mag hij niet missen. Zo staan we even later geduldig te wachten tot de vuilniswagen de containers voor ons zal leeg kiepen.

Als het dan eindelijk zover is, kijk ik naar het peutertje naast me. Hij verliest de wagen geen moment uit het oog. De man die de wagen bestuurt, kent hem al. Hij staat er tenslotte bijna iedere week. Vrolijk zwaaiend bestuurt de man zijn wagen. Het mannetje naast me zwaait verlegen terug.

Dan moet de grote vuilnisman even zijn wagen uit. Hij doet wat hij moet doen en stapt vervolgens op het kleine mannetje naast me af. Hij maakt een praatje, ze geven elkaar even een hand en vervolgens stapt hij vrolijk zijn truck weer in. Zwetend, dat wel. Want het is midden in de zomer, bloedheet.

Ik word overvallen door een gevoel van groot respect voor deze man. De vuilnisman. (Voor dit beroep zouden ze toch een betere naam moeten bedenken.) Hij bungelt wat status betreft ergens onderaan. Deze man zit met dertig graden zwetend in een truck zonder airco, ruimt de zooi van anderen op, zooi die er bovendien al zo lang ligt dat de stank niet te harden is. Hij voert zijn werk lachend uit en geniet van het kleine jongetje dat hem adoreert.

En wanneer ik naar die kleine peuter naast me kijk, snap ik een beetje beter wat de opdracht 'word als een kind' betekent. Door zijn onbevangenheid maakt hij de wereld van die vuilnisman voor dat moment een heel klein beetje mooier.

18 januari 2016

"Ik zit hier maar te zitten"

Dat stond er in de kop van het artikel dat ik afgelopen zaterdag op mijn nieuws-app las. Niet ziek en toch een doodswens; ouderen in onze maatschappij. Het artikel raakte me. Zette me aan het denken.
Als ik nadenk over later (heel veel later) dan hoop ik een wijze oude vrouw te zijn. Iemand die met veel levenservaring en wijsheid de jongere generaties verder kan helpen. Ik stel me dan voor dat er een jongere naar me toe komt en vertelt waarmee hij zit. Dat ik hem een kort en krachtig antwoord geeft en hij zegt: "Dat ik daar niet aan gedacht heb. Je hebt gelijk, omaatje, bedankt!"
Maar ik lees dat de oudere van nu niet verder wil leven. Niet wil wachten op de dood, maar daar zelf het initiatief in wil nemen. Omdat ze het gevoel hebben niet meer mee te tellen. Met al hun levenservaring en levenswijsheid hebben ze nu het gevoel niet mee te tellen, hier maar te zitten en onnodig te wezen. Hoe kan dat?!
Onze maatschappij is zo gebrand op presteren. Vanaf de kleuterschool staat het centraal. Op naar die goede/betere/beste baan. En dan heb je die baan en dan moet je doorgroeien. Hogere functie, beter salaris. Tot de dag dat je met pensioen mag. En dat waar we ons hele leven al mee bezig zijn, namelijk presteren, valt weg. Blijkt dat wat je hebt opgebouwd prima door een ander, jonger persoon kan worden overgenomen. En blijk je misbaar te zijn.
Hier gaat het mis in onze maatschappij. Want geef toe, we zeggen toch allemaal wel eens lachend dat je merkt dat bepaalde karaktereigenschappen sterker worden met het ouder worden? Als ik voor mezelf spreek; hoe vaak vergeet ik die schat aan levenservaring en levenskennis en zie ik vooral verzuring, verbittering en aftakeling? En heel stiekem neem ik onze wijze ouderen steeds minder serieus.
Ik neem me voor om de ouderen die op mijn pad komen met andere ogen te bekijken. Als schatten met een enorme waarde. Als ik zelf ooit een wijze oude dame wil zijn, heb ik de wijze ouden van nu nodig. Ik hoop dat de ouderen van nu beseffen hoeveel ze waard zijn. De parels van de maatschappij, ze zijn onmisbaar.